Vaak wordt aangenomen dat de vlieger uit China komt. Mo Di (468-376 v. Chr) zou op het puntje van de berg Mount Lu de eerste ‘kite’ hebben opgelaten. Deze vlieger van hout was zwaar en heeft dus niet erg lang kunnen vliegen. Lu Ban heeft kennis opgedaan van deze stunt en verbeterde zo het ontwerp van Mo Di. Lu Ban heeft zijde en bamboe voor de vlieger gebruikt, zo werd deze lichter. Deze vlieger heeft het dan ook langer in de lucht volgehouden. Deze vliegers zijn ontworpen voor militaire doeleinden, daarom zijn ze zo groot dat ze mensen de lucht in kunnen krijgen. Pas toen het vliegeren op het pad kwam van de Koninklijke familie en aristocraten ontwikkelde de kite zich ook voor recreatieve doeleinden. De uitvinding van papier zorgde er voor dat kites goedkoper werden en hierdoor werden deze kites snel verspreid onder het volk.
Marco Polo
Marco Polo heeft ook een rol in dit verhaal. Aan het einde van de 13e eeuw nam deze ontdekkingsreiziger deze verhalen over kites mee naar Europa. Een hele tijd werd hier niet veel mee gedaan, maar in de 16e eeuw werd er eindelijk ook gevliegerd in Europa! Een Engelse leraar genaamd George Pocock heeft een 9 meter lange kite gebouwd om zijn dochter mee in de lucht te tillen. Dit was een van zijn eerste experimenten. Later liet hij ook zien dat vliegers voertuigen kunnen voortrekken. Deze ontdekking werd steeds meer uitgewerkt.
Kitesurfen in Nederland
Het mocht nog even duren voordat de kites ook echt voor vermaak op het water gebruikt werden. De Nederlander Gijsbert Adrianus Panhuise heeft als eerste patent op kitesurfen geregistreerd in het jaar 1977. Hij kreeg een kapotte parachute van een vriend en kwam zo op het idee. Hij had de lijnen ingekort en ging met een groot surfboard ermee op zee. Hij noemde het parasurfen. Tegenwoordig is dit idee nog verder uitgewerkt en heet het kitesurfen. Het is nu een echte sport en er zijn vele kitesurfscholen te vinden in Nederland, bijvoorbeeld kitesurfschool Zeeland.